De telers

Nederlandse boeren, jongens van de klei, telen de lekkerste aardappelen op hun zware vruchtbare kleigronden. Wie zijn deze telers? Lees hier de verhalen van een aantal telers.

>

Rolf Rozema, Niezijl

Rolf Rozema runt in het westelijke deel van de provincie Groningen met zijn vrouw Anneke en hun compagnon Martin Komrij een akkerbouwbedrijf. Ze zijn al de vijfde generatie van dit familiebedrijf.

Rolf teelt aardappelen, suikerbieten, wintertarwe en zaaiuien. Op ongeveer 112 ha grond worden deze gewassen in roulatie geteeld om de grond in goede conditie te houden. Rolf teelt de rassen Irene, Eigenheimer, Doré, Frieslander, Bildtstar, Mozart, Camelia en voor de productie van friet het ras Innovator.

Hij weet dat het belangrijk is dat het groeiseizoen van deze rassen geleidelijk verloopt; ’want dat bepaalt de kwaliteit’. Een geleidelijke groei is pas mogelijk als de conditie van de grond goed is. Dus de handen gaan regelmatig even door de kleigrond om polshoogte te nemen. Rozema verkoopt ook aardappelen aan huis.

Rolfs favoriete gerecht? Zelf houdt de familie het meest van de eigen ovenschotel met aardappel, gehakt, bloemkool, een beetje slagroom, wat eieren en natuurlijk met een kaaskorstje.

>

Renze Douma, Bant

Renze Douma is de derde generatie op het bedrijf. Met zijn gezin heeft hij een akkerbouwbedrijf in Bant, waar hij Bildtstar, Eigenheimer, Doré, Irene en Lilly teelt. Renze wisselt de aardappelrassen af met wintertarwe, witlof, bloemkool en bieten. Hij verdeelt zijn 75 ha land in verschillende stukken en wisselt de gewassen om de beurt af.

’Een goede groei is afhankelijk van een goede knolzetting.’, aldus Renze. ’Ik ben erop gebrand dat de grond vochtig genoeg is. Maar ook dat de aardappel niet teveel zuurstof krijgt; dat kan weer zorgen voor schurft.

Ja, verschillende factoren kunnen veel invloed hebben op de kwaliteit. Dus aardappels telen is niet zo makkelijk als het lijkt. Anders zou het ook wel erg saai worden. Ook bij Renze kunnen mensen aan huis terecht voor een zakje aardappelen.