Een ouderwetse aardappelpuree met sukadelappen en salade.
1
Dep de sukadelappen droog met keukenpapier. Bestrijk ze aan beide kanten met de mosterd en haal ze door de bloem.
2
Smelt in een braadpan de helft van de boter. Bak de sukadelappen aan beide kanten bruin aan. Schenk de bouillon langs de rand van de pan en breng tegen de kook. Voeg de zilveruitjes toe. Draai het vuur laag en stoof de sukadelappen in 2 uur zachtjes gaar.
3
Kook na 1,5 uur de aardappelen in een bodem water met zout in 20 min. gaar. Kook de eieren in 7 min. hard. Pel ze en snijd in plakjes. Maak de sla schoon. Was en droog de bladeren goed. Verdeel de sla met de tomaat en het ei over een schaal. Klop een dressing van de mayonaise met 2 el water. Besprenkel de sla met de dressing.
4
Verwarm de melk met de rest van de boter. Giet de aardappelen af. Knijp ze door de pureeknijper tot een fijne puree. Roer de melk erdoor tot een luchtige puree. Voeg zout en peper naar smaak toe. Rasp er nootmuskaat naar smaak boven.
5
Verdeel de aardappelpuree met de sukadelappen en het rijke stoofvocht over 4 borden. Serveer met de kropsla.
